Zonder schroom - Bernadette Verbist

Zonder schroom. 

Lore woont in mijn straat. Ze is mijn zeventienjarig buurmeisje. Haar ouders zijn onlangs gescheiden. Het valt me op dat Lore er de laatste tijd pips uitziet. Ze is zienderogen smaller geworden. Haar broek slobbert rond haar heupen en haar trui hangt als een zak om haar schouders. De glans is uit haar leigrijze ogen en haar wangen, die vroeger roze waren, hebben een grauwe tint. Elke ochtend zie ik haar met de smartphone om haar stakerige arm gebonden rennen. Zelfs wanneer ze in de tuin het wasgoed van de lijn haalt, rent ze, gehaast om weer binnen te zijn. Anders dan vroeger. Toen maakte ze graag een praatje. Ze vertelde honderduit over haar vriendinnen. Die meisjes zie ik niet meer. Hun fietsen liggen niet meer tegen het huis aan gekwakt. Ik vraag me af wat er mis is.

Diep van binnen heb ik een vermoeden. Ik herken mezelf in dit vreemde gedrag. Jaren heeft het geduurd om daarvan te herstellen. Ik krijg een knoop in mijn maag wanneer ik denk dat haar, vrolijk en blijgezind kind dat ze was, geplaagd gaat worden met een lange lijdensweg. Alle tekenen duiden op een eetstoornis. Iemand zal haar er attent op moeten maken dat er hoop is op genezing, alhoewel zij bij hoog en bij laag zal beweren dat er niets aan de hand is.

Zal ik haar een brief schrijven? Kan ik dit kind weer op het juiste spoor zetten? Zullen haar ouders mij een bemoeial vinden? Zij zien toch ook dat hun dochter graatmager is? Ze wijten het misschien aan de scheiding? Dat die er te hard heeft ingehakt?

Ik schrijf haar, zonder schroom.

Lore

Toen ik jouw leeftijd had zag ik er net zo uit als jij. Slobberige, verdoezelende kledij. Mensen vermijdend. Geen kleur op de wangen. Troosteloze blik. In mijn jeugd was ik een dikkertje. Ik voelde me lelijk, onbegrepen, onbeduidend. Ik schaamde me om mijn uiterlijk. Totdat ik besloot een strikt dieet te volgen. Mijn slanke ik zou veel beter bij mij passen. Ik zou gezien worden. Er hip uitzien en een relatie kunnen aangaan. De knappe jongens in ons dorp waren al bezet. De leukste meisjes waren er mee aan de haal. Wat restte waren de kneusjes, zoals ik, en de sukkels met pukkels en scheve tanden. Dat moest en zou veranderen. Ik wilde ook weten hoe het voelt om gekust te worden. Een echte kus, wel te verstaan. Ik wilde ook weten hoe je seks kon beleven. Volgens de populaire meisjes uit mijn klas was dat een hemels gevoel. Wist ik veel dat ze schromelijk overdreven.

Nadat ik mijn besluit had genomen om slank te worden voelde ik me al een stuk beter. De volgende dag at ik geen boterham met choco als ontbijt. Ik nam genoegen met een kop koffie en een appel. Gelukkig zat alleen mijn oudere zus aan tafel. Zij liet mij zoals gewoonlijk met rust. Ze bemoeide zich weinig met me. Ik was het waarschijnlijk niet waard om aandacht aan te geven. Moeder was uit werken en vader sliep na een nachtshift. In mijn brooddoos stak ik een schamele boterham met kaas en een peer. De wafels en koeken liet ik in de kast. Ik nam me voor om tijdens de speeltijd water te drinken. Frisdrank zwoer ik af.

Hoe ik me bij het avondeten zou gedragen was me nog een raadsel. Ik kon natuurlijk zeggen dat ik al gegeten had bij mijn vriendin. Of dat ik weinig honger had omdat ik te veel had gesnoept. Ik dacht eraan om een reep chocolade en een pak koekjes weg te gooien zodat het leek of ik die had opgegeten.

Mensen die vastberaden hun doel willen bereiken zijn sluw. Lore, dat herken je misschien wel?

Dit gestoorde gedrag hield ik halsstarrig vol. Met leugens en halve waarheden maakte ik mijn moeder wijs dat ik bij mijn beste vriendin bleef om samen huiswerk te maken. En dat ik daar werd uitgenodigd om te dineren. Mia’s moeder kon de heerlijkste gerechten op tafel toveren. Daar zei ik dan dat ik rond etenstijd thuis verwacht werd. Zo kon ik een maaltijd overslaan. Ik loog tegen mijn beste vriendin. Ze bekeek me vaak en vroeg of ik een ziekte onder de leden had. Natuurlijk ontkende ik in alle toonaarden.

Iedere ochtend stond ik op de weegschaal. Het werd mijn vriend of vijand, naargelang wat de pijl aangaf. Bij gewichtsverlies, al was het maar 100 gram, was ik euforisch. Wanneer de naald een hoger cijfer toonde dan de dag ervoor, was ik in alle staten. Ik besloot om nog minder te eten. Ik zou voor ik op de schaal ging staan alles uit me persen. Van laxeermiddelen had ik geen weet. Toen was ik nog niet zo slim.

Ik zou ook meer bewegen. Net zoals jij nu doet, Lore. Ik zou elke dag de trap 200 keer op en af lopen. Dat plan zette zich vast in mijn hoofd. Ik stond vroeger op en denderde op en af de treden. Mijn zus en vader sliepen door dit alles heen. Moeder was meestal naar haar werk.

Op sommige dagen had ik het zo moeilijk om niet te eten dat ik mijn mond dicht plakte met tape. Wanneer dan de geur van moeders specialiteit, gekruide en gebakken kip, in huis hing maakte ik me uit de voeten. Mijn maag knorde. Als ik nu gebakken kip ruik kantelt er iets in mij. Mijn beloning voor dit Spartaanse gedrag was het dalen van mijn gewicht. De honger werd ik mettertijd gewoon. Heerlijk toch, niet?

Niets was minder waar. Soms kreeg ik verschrikkelijke eetbuien, waar ik me achteraf schuldig over voelde. Die overdaad aan voedsel maakte dat ik de dagen nadien compenseerde door veel water te drinken.

Lore, misschien weet jij ook wel hoe het voelt om eetbuien te hebben. Hoor jij dan ook die stem in je die zegt dat je alles wat je onder krijgt in je mond moet stoppen? Geen koekje maar een heel pak. Geen blokje kaas maar een homp. Geen chocolaatje maar een gezinsverpakking. Geen bolletje ijs maar een hele liter. Geen zakje chips maar een familiepak. Als je dat alles opgeschrokt hebt in een mum van tijd komt spijt op je schouder zitten. De stem verplicht je om te braken. Ik deed moeite om er alles uit te gooien. Daardoor voelde ik me slecht en verweet ik mezelf dat ik geen karakter had. Ik zou me morgen niet weer laten verleiden door de stem. Wat natuurlijk wel gebeurde.

Ik werd zot van mijn gedrag. Ik trok de haren uit mijn hoofd. Botste met mijn kop tegen de muur. Huilde en tierde van wanhoop. Soms wilde ik niet meer leven. Dan wou ik alle pillen die in huis waren slikken. Ook de scheermesjes van vader had ik in gedachten. Wat was er met me aan de hand? Waar kwam die stem vandaan? Van de duivel in de hel?

Zo ging het door en door. Een uitzichtloze tunnel. Mia vroeg me vaak waarom ik zo dun was. Moeder ook. Zij was de spil in huis die alles in goede banen leidde. Vader bemoeide zich niet met de zaak. Die had het te druk met zijn eigen leven. Net als mijn zus, die van de ene naar de andere vrijer fladderde. Zij moest de jongens met een stok van zich afslaan.

Na verloop van enkele maanden werd ik niet meer ongesteld. Moeder merkte dit op. We gingen naar de huisarts die me doorverwees naar een psychiater. Een psychiater! Ik was toch niet zot?

Bij die man zat ik, grijze muis die ik was, te huilen op de stoel. De gedachte dat hij me zou opsluiten in een instelling liet me niet los. Ik zag mezelf al zitten tussen die gekken met kronkels in hun hersens. Lore, toen had ik al veel fantasie. De psychiater had het over masturberen, seks, klaarkomen en nog van die vieze dingen waar ik tot dan toe geen weet van had. Moeder zat naast me met haar tas op schoot. Ik keek haar vragend aan en we stommelden de consultatieruimte uit. Met een klap sloeg de deur achter ons dicht.

Ik besloot om vanaf die dag weer normaal te eten. Ik zou bewijzen dat ik niet gek was.

’s Avonds zat ik kokhalzend aan tafel. Moeder keek met arendsogen toe of ik mijn bord leeg at en gaf me als toetje een potje rijstpap met een flinke schep bruine suiker. Nu zeg ik je : rijstpap en suiker ! Een caloriebom! Hoe krijg je dat zonder schuldgevoel naar binnen?

Iemand met een eetstoornis denkt niet normaal. Handelt niet normaal. Lore, dat weet je misschien zelf ook al wel?

Zo heb ik de jonge jaren van mijn leven verprutst. Ik voelde me een vrouw en toch ook weer niet. Mijn hormonenhuishouding lag overhoop. Ik zat in vervroegde menopauze met al zijn ongemakken. Ik leefde niet, ik bestond.

Mijn vriendin, Mia, zag ik niet meer. Zij had de school verlaten nadat ze haar diploma op zak had en ging aan de slag op een deftig kantoor. Ik, de kneus, ging werken in een fabriek. Daar draaide ik dubbele shiften. Ik had een karig inkomen en moest mijn loon thuis afgeven. De extra uurtjes waren voor mezelf. Zo kon ik mijn kast vol stoppen met VOEDSEL! Een eetverslaving slaat een gat in het budget. Met die lange werkdagen had ik niet veel tijd om over eten na te denken.

Soms gebeurde het dat ik vier dagen op rij mijn opgelegde regime kon volgen. Dat ik de stem kon weerstaan. Dat waren de goeie dagen. Nadien schrokte ik weer alles op wat ik vond. Om het daarna weer uit te braken.

Voor mijn collega’s kon ik mijn dubbelleven verborgen houden. Met hen aan tafel deed ik of alles normaal was. Ik keek toe hoe ze meer aten dan ik en was trots op mezelf omdat ik aan de verleiding van lekkere hapjes kon weerstaan. In mijn hoofd was en bleef ik een bedriegster.

Mijn oudere zus was inmiddels het huis uit. Ze was getrouwd met de man die haar zwanger had gemaakt. Dat kon mij dus niet overkomen. Nooit, want ik werd nog steeds niet ongesteld. Moeder porde me vaak aan om toch wat meer te eten zodat mijn lijf weer van mij werd. Ik beloofde het met volle overtuiging, maar mijn innerlijke stem bleef de baas.

Zo vergingen mijn dagen. Ellendig. Tot op de dag dat er een nieuwe collega op de fabriek kwam werken. Het was een wijze vrouw, gescheiden met twee tienerdochters. Zij zag dat er iets niet juist was met mij. Zelf had ze verschillende kwaaltjes waar ze luchtig overheen ging. Ze koos altijd de positieve kant van het leven. Na verloop van tijd werd ze mijn toeverlaat. Ook jij hebt misschien nood aan zo iemand, Lore? Ze gaf me het adres van een homeopaat. Die zou me van mijn vreemde eetgedrag kunnen verlossen. Iets wat ik in twijfel trok. Ik besloot om een afspraak te maken. Ik was mezelf beu. Ik haatte mezelf. Na tien jaar was ik nog steeds niet ongesteld. Ik woog amper 40 kg, maar in mijn hoofd was ik nog steeds dik.

De dokter heeft mijn ogen geopend, waarvoor ik hem eeuwig dankbaar ben. Ook jij, Lore, hebt iemand nodig die je weer op het juiste pad zet. Je jeugdjaren mag je niet zomaar verspillen. Jij hebt het voordeel dat je kan googelen en boeken vindt over dit onderwerp. Eind jaren ’70 van de vorige eeuw was er niet veel gekend over deze aandoening. Ik vond een boek in de bib over psychosomatisch gedrag. Moeilijke lectuur. Ik begreep er de helft niet van. De dokter, daarentegen, begreep me zonder veel woorden. Hij gaf me tinctuur van Bella Donna. Honderd flesjes heb ik van deze mooie vrouw gedruppeld in mijn glas water. Ik had wel eerst gekeken of er geen calorieën in zaten. Gedrag dat nooit meer weggaat. Zelfs nu nog, vijftig jaar later, heb ik de neiging om de voedingswaarde te lezen op de verpakking. Ik kreeg ook granules om lever, slokdarm, maag en pancreas te herstellen. Die waren er erg aan toe. Mijn hart zou het volgende euvel worden indien ik verder ging op deze weg. Ik schrok. Nu werd het ernst. Ik ging elke week op consultatie, praatte met de man, die me wist te vertellen dat dit dwangmatig handelen voortkwam uit een laag zelfbeeld. Daarom de Bella Donna, die zou me helpen om uit het dal te klimmen. Ook raadde hij me aan om een evenwichtig dieet te volgen zodat ik weer vrouw zou worden. Hij kon me overtuigen. Met vallen en opstaan kwam ik weer op de wereld.

Het heeft dertig jaar geduurd, juist ja, dertig jaar. Dat zou ik jou, Lore, willen besparen.

In mijn achterhoofd sluimert nog steeds de stem. Ik hou me aan een streng plan. Eet nooit tussendoortjes. Geen gefrituurde dingen. Geen chocolade (een valkuil). Geen chips of frisdrank. En zeker geen alcohol. Mijn hele denken draait vaak nog om eten.

Hoe mijn leven eruit zou hebben gezien moest ik deze aandoening niet gehad hebben, ik zou het niet weten.

Diep vanbinnen weet ik het wel. Ik zou gestudeerd hebben. Ik zou gereisd hebben. Genoten van lekker eten zonder schuldgevoel. Ik zou de rem losgelaten hebben.

Daarom, Lore, zoek en vind iemand om je te helpen. Zet je schroom opzij en durf in te zien dat je beter moet worden. Het leven is te mooi om niet geleefd te worden. Geloof het. Ik kan het weten. De verloren tijd kan ik niet goed maken. Mijn toekomst heb ik zelf in de hand. Net als jij.

Dit jaar waagde ik een kans. Ik schreef me in bij de academie voor woord. Daar vond ik mensen die me naar waarde schatten en me lieten inzien dat het nooit te laat is om te worden en te zijn wie je wil zijn.

Lore, ik hoop dat je deze brief lees en herleest. Dat dit eetpatroon voor jou herkenbaar is. Dat je inziet hoe fout het is om je jeugd te grabbel te gooien.

Je kan bij mij je toevlucht vinden. Lore, ik wil je graag bijstaan in deze moeilijke tijd. Je kan weer dat levenslustige meisje worden met haar schare vrienden en vriendinnen. Als jij je schroom overwint.

Liefs

Bernadette Verbist

Indien je meer wil weten over eetstoornissen vind je hieronder enkele tips :

*Boek : Het zusje van de buurvrouw. Margot Vanderstraeten.Geschreven in opdracht van project Te Gek met Selah Sue als meter en Guy Swinnen als peter om de geestelijke gezondheid in Vlaanderen bespreekbaar te maken (www.tegek.be)

*Strip : (graphic novel voor kinderen vanaf 12 jaar. Wat is er eigenlijk met jou gebeurd?

Jenny Jordahl

*Boek en documentaire :

Emma wil leven. Joshua Zwaan (boek)

Emma wil leven. Jessica Villerius ( te zien op NPO nl)

*Boek : Overwin je eetbuien. Christoher G. Fairburn

Naar top